Om half 6 waren we wakker toen in het dorp achter ons bij de moskee opgeroepen werd voor het gebed. Nog een uurtje verder gedut en toen de spullen bij elkaar geraapt en gaan ontbijten. We moesten gisteravond opgeven wat we wilden hebben. Ik wilde niet zoveel, dus ik dacht melk, sap en geroosterd brood. Dat was ook precies wat ik kreeg. Droog brood. Toen hebben we maar om boter gevraagd en er stond voor de koffie al suiker op tafel, maar het was wel bijzonder zullen we maar zeggen.
![]() |
| net de rekening betaald |
5 over half 8 rijden we, met de lunchpakketten voor vanmiddag bij ons.
Eerst weer door Moroto en een keer gekeerd omdat de weg was afgesloten. Er stond een bord slow down. Ok. Dan rijd je verder en vlak voor de opbreking staat dan een bord road closed. Handig. In Moroto tanken we de auto vol en dan kunnen we weer een heel eind vooruit.
| Gelukkig zijn het shillings |
Vanaf de verharde weg, meteen na de Chinese cementfabriek rechtsaf de onverharde weg op en daar zullen we vandaag niet meer vanaf komen. Het eerste stuk is prima. We hebben geen haast, niet wetend wat er nog komen gaat. Na een poosje krijgt Anatoli een telefoontje van de gids van de Zwitserse gasten die we ook in Sipi zagen. Hij vindt het spannend. Anatoli stelt hem gerust, niet wetende dat de weg verderop echt rampzalig is en er nog heel veel hele slechte stukken zullen volgen. Wij zijn niet de enigen die het slecht vinden. Anatoli zegt het ook, maar hij heeft het ook weleens erger meegemaakt. Dat zal dan wel lekker geweest zijn. Not!
| Hier is de weg nog prima |
We zien een stel ezels en Anatoli vertelt dat deze gebruikt worden om vracht te vervoeren en als je ook maar iets van vracht op een veulen legt, de moeder geen stap meer wil verzetten tot het eraf is.
Regelmatig zien we voetgangers langs de weg en ook fietsers, de fiets volgeladen met grote takkenbossen. De voetgangers zijn er in alle leeftijden, veel vrouwen, maar ook kinderen, met vracht op het hoofd. Bij een groep kleurrijk geklede jongeren, waarvan de meisjes met slegels de sogam aan het pletten zijn, stopt Anatoli even om wat te vertellen. Aan de ene kant zijn ze nieuwsgierig, aan de andere kant ook verlegen. Ze kijken naar ons zoals wij naar hun kijken. Met verbazing.
We ploeteren voort over de steeds slechter wordende weg. 2 auto's komen ons tegemoet, al hotsend en botsend. Als we elkaar passeren zegt de bestuurder van de andere auto dat de weg slecht is, maar wel te doen. Dat geldt niet voor iedereen, want een wit busje zit muurvast. Gelukkig kunnen we erlangs. Het is hier blijkbaar geen gewoonte om elkaar te helpen. Dat is te gevaarlijk, want je weet nooit of het probleem echt een probleem is of slechts een dekmantel voor duistere plannen.
Dan rijden we langs een veld met zonnebloemen en deze zijn heel anders dan bij ons. Wij zijn gewend aan een lange steel met 1 bloem bovenin, maar deze hebben meerdere kleine bloemen bovenin. Ook zien we vaak jonge veedrijvers met een kudde koeien, geiten of schapen. In het eerstvolgende grotere plaatsje wordt op vrij grote schaal sogam bewerkt tot drank, verderop ligt het te drogen.
Dan zit er weer een busje vast en moeten we puzzelen hoe we erlangs kunnen. Na wat overleg met locals, wat niet eenvoudig is want die spreken een andere taal en geen Engels, lukt het toch als er iemand langskomt die wel dezelfde taal spreekt als Anatoli. Verderop rijdt ons een vrachtwagenvan de UNRA, de Uganda National Road Authority, tegemoet en na een praatje slaat de man zijn hand voor zijn mond want hij heeft geen 4WD. Good luck. Geen idee hoe hij het voor elkaar gaat krijgen.
We hebben ook nog een lunch meegenomen en Anatoli vraagt of we die rijdend op kunnen eten, want hij wil graag doorrijden om te voorkomen dat we in de regen terecht komen. Het is zo al erg genoeg. We passeren..... en daar zijn de tegenstellingen in 1 straat ongelooflijk. Van een kantoor voor mobiele telefonie en mobiel betalen met grote zonnepanelen ervoor tot verderop aan de overkant het arme simplistische Afrikaanse leven. En de boer, hij ploegde voort.
| Rolex. Erg lekker. Chapati met al dan niet gevuld omelet. |
Dan komen we langs rotspartijen die wel familie kunnen zijn van de Mule Ears in Big Bend NP in Texas. We ploeteren door grote plassen ter breedte van de weg. We komen over een rivier waar redelijk veel water in staat en Anatoli zegt dat dat anders nooit zo is. Er is echt veel regen gevallen de laatste tijd. Nog wat verderop staat het lampje van de benzinemeter opeens op oranje = leeg. Dat is vreemd, want deze auto heeft 2 tanks en er is er nog maar 1 gebruikt en dat is niet deze. Gelukkig is er meteen een benzinepomp, dus aftoppen die hap. De ene tank wordt bijgevuld, maar in de andere kunnen maar 3 druppels of zo. Dat klopt niet. Nog wat verder gaat opeens ook het rode lampje van de accu branden. Dat is helemaal niet fijn. Anatoli belt met het bedrijf waar de auto in onderhoud is en ons Oegandees is niet wat het geweest is, maar ik van charging en workshop op, dus opladen en garage. Hmm, dat wordt lastig hier, want we zijn in de uiterste noordoosthoek van het land en zelfs de Britten vonden het hier ten tijde van de kolonisatie al minderwaardig en keurden het geen knip voor de neus waard. Pas de laatste 30 jaar komt er wat schot in de ontwikkeling. Zo dragen de mensen tegenwoordig kleren bv. Motorkap open, intelligent kijken, het helpt allemaal niet. Gelukkig rijdt hij verder goed, dus doorkachelen en hope for the best. Als we om de auto lopen, blijkt hij nog niet half zo vuil als verwacht.
| Niet goed |
Dan bereiken we Kidepo Valley NP. Anatoli stapt uit om het papierwerk te regelen en papierwerk heb je hier. OMG wat een bureaucratie. Alles is door Matoke geregeld en betaald en dan nog duurt het een eeuw. Anatoli zegt dat in dit eerste deel van het park tseetseevliegen zijn, dus ramen dicht en het dak blijft ook omlaag. Wat later zien we inderdaad de blauw/zwarte doeken hangen die ze aantrekken en die geïmpregneerd zijn met een middel dat de vrouwtjes steriel zou maken.
Al heel snel zien we ons eerste wild! Een Jackson hartebeest. Volgens Anatoli zijn dit hele domme beesten, net als de pumba's, want ze zijn erg kort van memorie. Als ze aangevallen worden door een roofdier rennen ze weg, maar wat later zijn ze vergeten waarom ze rennen en stoppen ze. Dan worden ze natuurlijk alsnog gegrepen. Pumba's oftewel wrattenzwijnen, we leren later dat pumba in het Swahili stom betekent, zien we ook. Het dak is inmiddels open en Jan geniet van het uitzicht. Kidepo heeft een grote savanne en er leven heel veel dieren. Wel is het gras behoorlijk hoog hier, dus dat maakt een foto nog weleens lastig. Er zijn ook oribi's. Schattige kleine antiloopjes die altijd met z'n tweeën zijn. Als ze met z'n drieën zijn, is een een jong. Van de hartebeesten staat er altijd 1 op de uitkijk op een verhoging. Die heeft dienst die dag. Buffels zien we ook en best veel. Hier zijn vooral mannetjes die niet (meer) bij een groep horen. Een ligt lekker in het water te chillen.
Opeens wordt Anatoli helemaal enthousiast en zit bijna de juichen. Een secretarisvogel! die zijn er niet altijd in het park, maar nu dus wel. Het is een grote, statige vogel. Ook zebra's zijn van de partij. Nog niet veel, maar het geeft wel lekker het Afrikagevoel.
We zien nog een paar oribi's en een ligt met zijn kop naar ons toe gekeerd. Dan kun je goed de aan de binnenkant prachtig zwart/wit gestreepte oren zien. Wrattenzwijnen zijn samen wat aan het stoeien en de een springt wat rond. Ze maken zich nergens zorgen om. Hakuna matata. We hebben enorm geboft met het weer vandaag. De hele dag al droog. In de verte, aan de andere kant van de savanne tegen de bergen regent het, maar we zien er ook mooie zonnestralen onder de wolken uit komen. Een buffel heeft blijkbaar gevochten, want die heeft bloed aan zijn lip.
Bij het rangerstation gaat Anatoli een ranger voor morgen reserveren. Nog meer papierwerk. We gaan hem om 7 uur ophalen.
| Hier wonen de rangers op het terrein |
We installeren ons vlug en willen de hangslotjes aan de ritsen doen, maar hebben geen sleutels. Dat wordt snel geregeld. Dan weer naar boven, want we zijn wel aan een biertje toe.



