Dag 9, 9 oktober, Kidepo Valley NP - Murchison Falls NP

 


Het is inderdaad vroeg: weer half 6. En weer worden we keurig gewekt en wordt de koffie gebracht. We maken ons snel klaar, zetten de bagage klaar en gaan ontbijten. Dit keer staat er een klein buffetje klaar en dat is best fijn. Mijn darmen zijn licht opstandig, dus een klein ontbijt is genoeg. Ik had gisteren specifiek om 1 gebakken ei gevraagd, zwart op wit, maar dat is te moeilijk. Eieren gaan per 2, want ook Anatoli wilde er maar 1, maar kreeg er ook 2.

De koffers werden weer naar de auto gebracht. Wat wordt een mens verwend in Afrika. We checken uit en zeggen dat we niet weg willen. De jongen bij de balie zegt dat dat ook niet kan, want het park is voorlopig gesloten 😂. Fijne mensen hier.

En dan maken we ons op voor een lange reisdag. Op weg naar de uitgang van het park nog even een paar laatste foto's. Kidepo is ons uitstekend bevallen. We zien het huis van Idi Amin vanuit een andere hoek, wat zebra's en hartebeesten en dan ook buiten het park onverhard, heel veel onverhard. 3,5 uur om precies te zijn. We hebben ook een gast. Een van de jongens van de lodge rijdt met ons mee tot aan Gulu.




Dit is droog al een slechte weg en Anatoli wil voor eventuele regen op het asfalt zijn en dat is voorbij Kitgum. We hobbelen door verschillende dorpjes en het leven van alledag glijdt aan ons voorbij. Winkeltjes met groente, meloenen en ander fruit en de slager doet ook goede zaken. Een dode koe ligt ondersteboven met een achterpoot omhoog en naar wens worden er stukken afgesneden. Als we zien hoe slecht de weg is en dat die vaak ook nog flink stijgt, snappen we Anatoli's overweging om vroeg te vertrekken. De andere Hollanders, die met AV-tours reizen, zijn iets voor ons vertrokken, maar die halen we nu in. Anatoli houdt wel van doorrijden en inhalen.



De slager

Stijgen en dalen vandaag

We zien veel lokale bewoners bezig met hun dagelijkse leven. Er wordt veel water gehaald in gele jerrycans op het hoofd, kinderen een kleinere versie. Blijkbaar is het wasdag, want we zien veel vrouwen in stroompjes langs de weg wassen of met de was in een teil op het hoofd lopen. Ik weet niet waar ze hiermee wassen of wat er hier in het water zit, maar veel mensen zijn in het wit gekleed en dat wit is ook echt heel wit. En dat met deze stoffige rode grond.


Houtskool verkopers


Langzaam verandert het landschap een beetje en wordt het steeds dichter begroeid. Alles is prachtig groen. Enorme bananenbomen bv. Er zijn veel dorpjes met manyata's, de hutjes met rieten dak. 


Als we het Karamodjagebied uit zijn, wordt het ook netter overal. Alles is betrekkelijk, want in de hoofdstraten van de dorpen ligt bij de winkels nog steeds een hoop afval, maar toch iets minder en de erven rond de manyata's zien er keurig aangeveegd uit. De hutten zelf ook; sommige zijn zelfs gepleisterd en geschilderd en er zijn er met keurige hegjes eromheen.


Gulu is een echte stad, maar iets minder groot, dus het verkeer is weer een kwestie van het recht van de sterkste. Omdat het nog een eind is naar Murchison Falls NP, wil Anatoli hier lunchen en dan verder gaan. We rijden langs een drukke markt en niet veel later, na een keer verkeerd gereden te zijn, draaien we een roze hek in er daarachter het restaurant met tafeltjes onder de pergola en in de tuin. We willen iets kleins en het worden Thaise loempia's. Het gaat wel 25 minuten duren zeggen ze. Anatoli gaat verderop local food eten. Best lekker om weer even samen te eten. Het zijn 3 flinke loempia's, maar ze smaken best. 
Na de lunch zetten we onze gast ergens af vanwaar hij een taxi neemt en gaan we op voor de laatste etappe.


Ook hier is een slager. Een gammel houten kot met een paar stukken varken hangend in de zon. Blij dat wij niet hoeven 😝. 


Onze lodge ligt aan de andere kant van het park. Na weer een hoop turen op de papieren, je zou zeggen dat ze weten waar ze naar moeten kijken en dat in een oogopslag kunnen zien, rijden we over alweer een onverharde weg het park in. Het is een smalle weg met aan beide kanten hoog gras. Niks te zien dus. We hopen dat het nog wel beter wordt. 


Murchison Falls NP is het oudste, gesticht in 1952, en grootste met 5000 m², park van Oeganda. In het hoge gras zien we met enige moeite Oeganda Kobs. Anatoli wil het dak wel open doen, maar bedenkt zich, want in dit deel zitten tseetseevliegen. Later kan het wel. 
Dan zien we olifanten en klaart het wat gezakte humeur door de lange reis en geen uitzicht, wat op. 3 olifanten links van de weg. Ze zijn groot genoeg om boven het gras uit te komen. En dan opeens zegt Anatoli: "Ohh, er staat er nog 1, aan de andere kant, meteen naast de weg 😂


Dan krijg je zoiets


Een prachtige grote stier, die niet te beroerd is om even te poseren. Nog wat mannetjes kobs en pumba's en weer verder over de hobbelweg.





Anatoli zei dat als we eenmaal in het park waren en het zou gaan regenen, het niet zo erg zou zijn, want daar worden de wegen onderhouden. Zo ziet het er nog niet helemaal uit, maar goed. Verderop wordt het gras inderdaad wat lager zoals Anatoli al zei. 
Er staan weer een hoop buffels en hoewel we in eerste instantie denken "die hebben we al zoveel gezien", is het hier toch anders. Ze hebben hier modderpoelen en liggen daar vaak lekker in of zijn er net, volledig bedekt met modder, weer uit. Op een dode boom zit een gier in al zijn lelijkheid mooi te wezen en wat verderop zijn er heel veel. Ook hier hebben ze een kadaver, maar dat kunnen we niet goed zien. Toch is het leuk en interessant.










In dit park staan palmbomen, ontzettend veel palmbomen. Hoge, maar nog veel meer de lage struikachtige soort. Of ze zijn nog jong, dat kan natuurlijk ook. Alle zaden die voor deze bomen gezorgd hebben zijn verspreid door olifanten(mest).
Op de weg staan oribi's en die plassen en poepen nooit in het gras, maar altijd op de weg. Een hele grote kattenbak dus. 

We rijden over een gladde asfaltweg, over de brug waar de boten liggen waar we morgen mee gaan varen en zien op de rechteroever een nijlpaard staan. Hip, hip, hipporay! Ons eerste nijlpaard. Wel ver weg. Ook nog een paar in het water. Ook zien we een paar bavianen.






En dan opeens ligt rechts van de weg de oprit naar de Murchison River Lodge. Bij de receptie worden we ontvangen met een glaasje verse ananassap. We krijgen de sleutel van tent 17 en lopen achter de porters met onze koffers aan. Het is best een eind. Het ziet er hier prachtig uit. Onze tent staat onder een rieten dak en heeft een gedeeltelijk houten voorkant. De echte deur is een stuk handiger dan de hangsloten aan de ritsen. We hebben een prachtige en grote badkamer met een deur die altijd dicht moet blijven. Deels voor de insecten, maar ook omdat er mogelijk een baviaan is. Het is er nl. gedeeltelijk open. Op de deur hangt een waarschuwing dat er bavianen in het park zijn en met 3x op het fluitje blazen kun je de security roepen als het nodig is. Je mag 's avonds na het eten ook niet alleen naar je tent, want in de avond komen de nijlpaarden uit het water om te grazen en ze lopen regelmatig over het hele terrein. In een nacht kunnen ze makkelijk 5 tot 10 km lopen.







Dan is het tijd voor een welverdiend biertje. De bar/restaurant is een heel eind weer de andere kant op. Boeken en schrift mee en hier genieten van het terras aan de Nijl. Wat is het hier mooi opgezet. Regelmatig zien we een black faced vervet monkey een poging doen om de bar in te komen, maar die worden weggejaagd. Ze zien er wel leuk uit. Het drinkwater in de lodge is gefilterd Nijlwater en ik weet uit ervaring dat dat prima drinkbaar is 😂








We blijven lekker zitten tot het donker begint te worden. Dan worden op het gras langs het water vuurpotjes aangestoken en een houtvuur. Vooral om beesten op afstand te houden, maar het ziet er ook heel gezellig uit. Het is hier wel goed warm en vooral erg benauwd. Doet denken aan het zuidoosten van Amerika. 



Om 19.15 uur gaan we maar eten, dat staat hier niet zo op tijd. Al veel tafels zijn vol en wij treffen een beetje een achteraf tafeltje waar we niet onverdeeld gelukkig mee zijn. Het eten is na de Savannah Lodge wel een teleurstelling. Bietensoep, kippenpoot met puree en rocky road toe. Niet vies, maar het mist smaak en finesse en vooral temperatuur, want het is allemaal erg lauw. 

Na het eten worden we door een beveiliger via het lange met vuurpotjes verlichte pad naar de tent begeleid. De klamboe is via een ingenieus systeem over het bed getrokken voor ons. W
We proberen wat te lezen, maar dat lukt niet erg, dus kletsen wat op het prettig zachte bed en gaan slapen. De wekker staat weer op half 6.
Zo stil als we het de afgelopen week gehad hebben, zo druk is het hier en in de verte is ook een soort disco gaande incl. joelende mensen. Bummer 😞